Skip to main content
search

Donderdag is bij ons een super drukke dag, omdat dan de zeugen na de kraamperiode van 4 weken worden gespeend. De zeugen worden verplaatst naar de dek afdeling. De biggen verhuizen we met de kar achter de trekker naar de biggenstal. De kraamafdeling wordt direct schoongespoten. De nieuwe groep hoog drachtige zeugen gaan zodra de hokken schoon zijn, zo rond de middag, de schone kraamafdeling in. De zeugen worden ook gewassen. Zo is alles schoon en klaar voor de bevalling.

Op deze dag wordt elke week enorm veel werk verzet, maar met wat extra handjes loopt het als een geoliede machine. Na deze drukke dag ligt alles weer schoon op de juiste plek en is er weer rust in de stal. Voor mij begint dan een beetje dat weekendgevoel.

Maar eigenlijk begint het dan pas. De meeste zeugen bevallen op de vrijdag, een enkele zeug bevalt een dag eerder of later. Vrijdag is dus de werpdag, op deze dag ligt de focus alleen bij het begeleiden van de bevallingen. Op donderdag loop ik regelmatig al een rondje door de kraamafdeling. Ik kijk, schat in en noteer. Ik kijk naar de zeugen. Is deze rustig, voelt ze zich op haar gemak? Tijdens mijn rondes doe ik het licht niet aan. Ik heb genoeg licht van buiten door de ramen en van de warmtelampen. Op deze manier bewaar ik zoveel mogelijk de rust, zodat de zeugen ongestoord kunnen werpen. Hoe veiliger ze zich voelen en hoe meer rust er is, hoe sneller het werpproces verloopt en dat is prettig voor de pasgeboren biggen.

Tijdens mijn ronde zie ik een big in het vlies achter de zeug liggen. In mijn gedachte gaan er direct heel wat vragen door mijn hoofd. Is deze dood geboren of net gestikt door het vlies? Ik baal van elke big die het niet redt, maar toch kan dit gebeuren. Als ik het vlies van de pasgeboren big afhaal, zie ik een hele zwakke hartslag. Ik maak het snuitje schoon van slijm en blaas dan voorzichtig wat lucht door de snuit. Mond-op-snuit beademing. Er gebeurt niks. Maar er is nog steeds een hartslag. Ik probeer het nog een keer. Weer niks. En nog één keer! Op het moment dat ik denk dat het niet lukt, gaat de bek van de big open en zuigt hij een hele teug lucht in! Ik kijk en wacht af. Want verbeeld ik mij dit nou? Ik wil het natuurlijk zo graag! Maar dan nog een teug en nog een teug!

Dan leg ik de big voorzichtig in het nest van zaagsel, op de vloerverwarming en onder de warmtelamp. Ik zit stil op mijn knieën en kijk, hier kan ik van genieten. Hij leeft! Dit is zo’n moment waar ik zeker weet dat varkenshoudster zijn mooi werk is. Het is puur, mooi, kwetsbaar en blijft verwonderen. De big redt het!

Close Menu