Dit recept is goed voor 4 tot 6 personen
Ingrediënten
- 1,2 kilo procureur
- 8 broodjes
- augurken
- 1 eetlepel versgemalen zwarte peper
- 1/2 eetlepel cayennepeper
- 4 eetlepels paprikapoeder
- 2 eetlepels bruine suiker
- 1/2 eetlepel zout
- 1 eetlepel komijn
- 1/2 eetlepel tijm
Voor de BBQ saus
- 100 ml tomatenketchup
- 1 theelepel witte wijn azijn
- 1 theelepel sojasaus
- 1 theelepel worcestershiresaus
- 1 eetlepel bruine suiker
Bereiding
Haal het vlees bij voorkeur een uur van te voren uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen. Maak een heerlijke dry rub van verschillende kruiden of gebruik een kant en klare kruidenmix. In de ingrediënten vind je welke kruiden ik heb gebruikt of kijk hier voor andere lekkere suggesties. Wrijf het vlees hier goed mee in. Je kunt het vlees een paar uur laten marineren maar een half uurtje was voor mij ook voldoende.
Zorg dat je een barbecue hebt die indirect kan grillen, dus waarbij het vlees niet direct in aanraking komt met het vuur en een deksel heeft. Ook moet je ca. 8 uur een constante en lage temperatuur kunnen behouden. Met de Green Egg was dit geen probleem mede dankzij de convEGGtor. Op een Weber of andere BBQ zou het eventueel ook kunnen door het vlees niet direct onder de briketten te leggen door ze bijvoorbeeld aan 1 kant te schuiven.
Verhit de barbecue tussen de 100 en 120 graden en zorg dat de meeste rook is verdwenen. Probeer deze temperatuur de gehele tijd te behouden. Het is niet erg als je een keer een uitschieter hebt naar 140 graden, maar reguleer de temperatuur dan weer iets naar beneden. Wil je de temperatuur lager hebben dan schuif je de ventilatieroosters iets dichter, wil je hem juist heter maken dan schuif je ze iets verder open. En probeer de klep zo min mogelijk te openen.
Leg een aluminium bakje onder de grill dus op de kolen of op de convEGGtor. Vul dit met wat water. Door het water dat verdampt blijft het vlees extra mals. Ook functioneert dit bakje als lekbak voor het vet dat uit het vlees drupt.
Leg het vlees op de grill en steek de vleesthermometer er in. Zorg dat het uiteinde in het midden zit van het stuk vlees. Je hebt fancy digitale vleesthermometers maar ook eenvoudige van een paar euro net als ik die ook prima werkt.
Doe de klep van de barbecue dicht en laat het vlees rustig garen. Check af en toe de kerntemperatuur. Zodra deze ongeveer 72 is wikkel je het in aluminiumfolie. Het garen van mijn stuk vlees van 1,2 kilo op ongeveer 110 graden duurde zo lang:
– na 1 uur: 30 graden
– na 2 uur: 55 graden
– na 3 uur: 65 graden
– na 4 uur: 72 graden
Wikkel het vlees dan in aluminiumfolie. Steek de thermometer aan de bovenzijde door de folie weer terug in het vlees. Leg het pakketje terug op de BBQ en laat weer verder garen tot de kerntemperatuur ca. 92 graden is. Dit duurde bij mij nog zo’n 2,5 uur, dus in totaal heeft het vlees 6,5 uur op de barbecue gelegen. Maar mocht je een groter of dikker stuk vlees hebben kan dit verschillen. En de kerntemperatuur is belangrijker dan de bereidingstijd.
Haal het vlees van de grill en laat nog een half uurtje rusten in de folie. Sappen blijven hierdoor beter behouden. Twijfel je of het vlees goed gegaard en zacht is? Prik dan met een satéprikker in het vlees en als deze er makkelijk doorheen glijd is het goed mals.
Vouw de folie voorzichtig open en vang het vocht op. Deze kun je gebruiken om de barbecuesaus wat dunner te maken en meer smaak te geven.
Leg het vlees in een schaal en trek met 2 vorken uit elkaar. Voeg het vocht uit het pakketje (gedeeltelijk) toe aan de barbecuesaus tot hij wat dunner is. Voeg deze saus vervolgens beetje bij beetje toe aan de pulled pork tot je een smeuïge massa hebt. Serveer de pulled pork traditioneel op een broodje met koolsalade of gebruik hem in een salade of wrap. Met dit recept heb ik ca. 8 broodjes gemaakt, genoeg voor ongeveer 4 tot 6 personen.
Bron: vlees.nl